De beschikbaarheid van drinkwater in Nederland staat onder druk. Dat blijkt uit een recent rapport van de Algemene Rekenkamer, waarin onder meer wordt gewaarschuwd voor het uitblijven van besparingsmaatregelen en een tekort aan reservecapaciteit. Nu al krijgen bedrijven in sommige regio’s geen drinkwateraansluiting meer. Ook stelt de Rekenkamer dat de waterdruk in droge periodes al daalt, dat vergunningverlening bij drinkwaterbedrijven soms stokt, en dat trage besluitvorming de infrastructuur kwetsbaar maakt.
Voor de VVD-fractie in Haarlemmermeer was dit aanleiding om – samen met D66 – op 18 mei 2025 schriftelijke vragen te stellen aan het college van B&W. Ook in 2023 vroegen beide fracties al aandacht voor dit onderwerp. In de eerdere beantwoording werd verwezen naar maatregelen van drinkwaterbedrijf PWN, maar over gemeentelijke verantwoordelijkheid bleef veel onduidelijk.
Met deze vragen wil de VVD-fractie bijdragen aan het toekomstbestendig houden van de drinkwatervoorziening. Ook in de komende jaren moet voldoende schoon drinkwater beschikbaar blijven voor inwoners én bedrijven.
Haarlemmermeer staat voor een forse woningbouwopgave, met duizenden extra woningen gepland tot 2040. Daarbij is het essentieel dat voorzieningen zoals drinkwater meebewegen met deze groei. Een betrouwbare watervoorziening is immers niet alleen van belang voor huishoudens, maar ook cruciaal voor bedrijven en instellingen — zeker nu droogteperiodes frequenter en heviger worden door klimaatverandering.
“Woningbouw, economische ontwikkeling en leefbaarheid vragen om toekomstbestendige voorzieningen,” kijkt Trudie van ’t Hull-Bettink vooruit.
“Daarom vinden we het belangrijk om nu al inzicht te krijgen in de mogelijke knelpunten en in wat de gemeente zelf kan doen.”
De vragen gaan onder meer over de invloed van woningbouw en bedrijventerreinen op de drinkwatervoorziening, het gebruik van waterbesparende technieken bij nieuwbouw, en het vergroten van bewustwording bij inwoners en bedrijven. Ook vraagt de fractie of de gemeente beschikt over eigen gegevens over waterverbruik en welke inzichten die geven over toekomstige risico’s.
“Om ook in de toekomst schoon drinkwater voor bedrijven en woningen te kunnen garanderen zullen er nu belangrijke keuzes moeten worden gemaakt,” besluit Van ’t Hull-Bettink.