Schriftelijke vragen:
Onderwerp: flexwonen Sarabande 7a
Geacht college,
Op 30 juni 2020 heeft u besloten in te stemmen met een haalbaarheidsstudie voor transformatie van Sarabande 7a in Nieuw-Vennep. Het betreft een haalbaarheidsstudie om de voormalige school (nood)lokalen te transformeren naar flexwoningen voor spoedzoekers, starters, jongeren en vergunninghouders (max 50%). In de betreffende nota (2020.0001449) wordt een stappenplan aangegeven:
1. Criteria stellen (criteria zijn in 2019 opgesteld)
2. Locaties zoeken (in nov 2019 gestart waarbij 3 locaties naar voren kwamen, waaronder Sarabande 7a)
3. Collegebesluit voor vervolgonderzoek, raad informeren en dorpsraad consulteren. De dorpsraad geeft een negatief advies voor de locatie Sarabande 7a en de corporatie krijgt de businesscase niet rond dus er wordt een tender uitgeschreven.
4. Collegebesluit voor de locatiekeuze; voor dit collegebesluit wordt op basis van het verdiepende haalbaarheidsonderzoek een voorstel gedaan om locaties aan te wijzen voor flexwonen, een participatietraject vast te stellen en in te stemmen met een voorstel hoe de businesscase haalbaar wordt.
5. Inventarisatie voor participatietraject: het advies van de dorpsraad dient mede als input voor het vaststellen van de kaders waarbinnen geparticipeerd kan worden in het vervolgtraject. Na vaststelling van de locaties wordt het participatietraject opgestart waarbinnen we met betrokkenen bepalen hoe flexwonen op de gekozen locatie vorm gaat krijgen en hoe integratie met de nieuwe bewoners tot stand komt.
6. Raadsbesluit voor het openen van een grondexploitatie.
7. Ontwerp.
8. Bouw.
9. Wonen.
Naar aanleiding van een gesprek met omwonenden en andere betrokkenen, hebben wij de volgende vragen op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en het te doorlopen proces:
1. Zoals vlgs stap 3 is beschreven is advies van de dorpsraad ingewonnen. De dorpsraad heeft een negatief advies gegeven voor de transformatie van Sarabande 7a. Waarom heeft het college dit advies naast zich neergelegd?
2. De dorpsraad geeft in haar schrijven (d.d 26 juni 2021) aan dat bestuursleden hebben aangegeven dat niet alleen de verkeerssituatie tot zorgen leidt maar ook het feit dat het naast een kinderopvang en school is gesitueerd. Waarom schrijft het college in de nota (2020.0002091) dat enkel mogelijke verkeersproblemen hebben geleid tot een negatief advies van de dorpsraad, terwijl de dorpsraad zelf aangeeft dat er meerdere zorgen zijn (zoals ligging naast kinderopvang en school)?
3. Volgens stap 4 moet er een participatietraject worden opgesteld. Is dat inmiddels gedaan? Zo ja, dan willen wij graag weten hoe dit traject is vastgesteld en hoe het traject eruitziet.
4. Kan het college aangeven of stap 5 al is doorlopen? M.a.w. waar in het proces bevinden wij ons?
5. Waarom is er gekozen voor een locatie vlakbij een school waar kinderen uit de buurt na school van het schoolplein gebruik maken en waarbij er weinig tot geen buitenruimte is voor de toekomstige bewoners van Sarabande 7a, waardoor de kans groot is dat ook zij gebruik gaan maken van het schoolplein. Kan het college zich voorstellen dat dit leidt tot een gevoel van onveiligheid van ouders?
6. Waarom worden de alternatieve locaties die door omwoners zijn aangedragen (Fandango en ruimte naast sportvelden) niet onderzocht?
7. Waarom is de raad niet geïnformeerd over de informatiebijeenkomst die voor inwoners werd georganiseerd? Het was voorheen gebruikelijk dat raadsleden bij dergelijke informatiebijeenkomsten werden uitgenodigd zodat zij als toehoorder een indruk krijgen van een dergelijke informatiebijeenkomst en de raad daarmee een beeld kan vormen van de participatie. Gaat het college de raad informeren over vervolg momenten m.b.t. de participatie met inwoners en betrokkenen?
8. Bij de vastgestelde selectiecriteria (stap 1) zijn geen specifieke criteria vastgesteld m.b.t. minimale wooneisen, zoals met hoeveel personen er een keuken/badkamer gedeeld kan worden, wat de minimale woonoppervlakte is en wat de minimale oppervlakte voor de buitenruimte is. Wellicht zijn die eisen bij de tender meegegeven. Kan het college aangeven of zij minimale eisen heeft meegegeven m.b.t. woon- en buitenruimte en zo nee, welke wettelijke minimale eisen zijn van kracht?
We zien uw antwoorden graag tegemoet.
Met vriendelijke groet,
Trudie van ’t Hull en Beryl van Straten