Walk 'n Talk Economics met Michel van den Assem: een toer door onze nieuwste haven

Met de serie Walk ’n Talk Economics gaan we samen op pad. Loop je mee? Deze serie interviews met verschillende ondernemers uit uiteenlopende branches loopt tot en met het einde van het jaar. Wil je graag je verhaal kwijt of zie jij graag een bepaalde vraag beantwoord? Laat het ons weten! Je kunt hiervoor contact opnemen met onze woordvoerder economische zaken Trudie van ’t Hull-Bettink. In Haarlemmermeer hebben we een mooie verscheidenheid aan ondernemers en bedrijven. Van ZZP-ers tot internationale bedrijven. Van zeer zichtbare bedrijven als winkels of een bekend merk - tot bedrijven met grote impact - en heel onzichtbaar op de achtergrond.

Voor de serie Walk ’n Talk vind ik het interessant om juist van deze grote range aan ondernemers en bedrijven een soort dwarsdoorsnede te maken. Om te weten wat er speelt, maar ook om meer zichtbaar te maken hoe bijzonder Haarlemmermeer op het ondernemende speelveld eigenlijk is. 

 

Een van de branches die ik hoog op mijn verlanglijst had staan om te spreken was een datacenter. Waarom? Ik zie datacenters en het geheel wat ze met elkaar creëren als een belangrijke factor in de nieuwe economie waar we met elkaar naartoe aan het bewegen zijn. Vanuit mijn portefeuille economische zaken heb ik reeds een aantal keer in de raad gesproken over datacenters. En vanuit deze hoedanigheid heb ik me al wat meer verdiept in waarom datacenters zich zo graag in Haarlemmermeer willen vestigen en wat datacenters toevoegen aan onze huidige samenleving die meer en meer online gericht is.

Groot en hoekig

Ik spreek met Michel van den Assem af op een van de locaties van Interxion [spreek uit Interaction] waar hij managing director is: AMS 8. Een enorm groot en hoekig gebouw waar je alleen binnenkomt met een afspraak en in deze tijd met uiteraard een mondkap en ontsmette handen. “…En dit is dus nog maar één van de 13 locaties” en “beveiliging is hier wel, terecht, topprioriteit” zijn de eerste gedachten die bij me opkomen. 

Ondanks de mondkap, die ook hij draagt, herken ik hem meteen van de foto. Niet typisch iemand die je met IT of data associeert, maar iemand met uitstraling en passie voor de zaak. Ik kom niet weg met een wandelingetje rondom het gebouw blijkt al snel. Hij wil me van alles laten zien en vertellen. En er ís ook veel te vertellen. Een datacenter is niet alleen maar “een blokkendoos met allemaal servers” erin.  Het is het geheugen en de werkplaats van heel veel bedrijven. 

Ik moet denken aan het moment dat ik in 1996 aan de slag ging bij mijn eerste werkgever. Internet was er al, maar nog niet zo geavanceerd en breed beschikbaar als nu. Ik kreeg daar een laptop tot mijn beschikking met toegang tot het internet. Toen ik er voor het eerst voor ging zitten om op internet te gaan was mijn vraag: “Zou ik hiermee naar Amerika kunnen surfen?... .com is het geloof ik dan..” Het duurde toen heel even, maar de verbinding kwam tot stand. Een opwindende ervaring was dat toen nog. In een sneltreinvaart is de digitale ontwikkeling erna gegaan. 

Waarom in Haarlemmermeer?
In 1999 startte Interxion op Schiphol-Rijk. Klein begonnen en het is nu het grootste datacenter park in Haarlemmermeer. “Waarom hier? Wat maakt Haarlemmermeer nu zo aantrekkelijk en bijzonder om hier te vestigen?” vraag ik Michel. Hij vertelt over de infrastructuur die vanuit zee bij ons aan land komt. Dat blijkt slechts een van de factoren, want Haarlemmermeer ligt ten slotte met enige afstand van het strand. Datatransport is belangrijk, maar connectiviteit is uiteindelijk de doorslaggevende factor waarom datacenters zich hier willen vestigen. De combinatie van reeds aanwezige providers en de digitale infrastructuur, maakt dat in Haarlemmermeer/Regio Amsterdam een clustering van datacenters en daarmee een sterk digitaal systeem is ontstaan. Je kunt dit vergelijken met een transporthaven als Rotterdam of Schiphol, waar niet alleen heel Nederland maar zelfs Europa belang bij heeft.
Dit betekent dat in Haarlemmermeer niet alleen de landelijk luchthaven is, maar ook de digitale mainport van Europa!
Waar je bij de Rotterdamse haven en Schiphol direct een beeld hebt van schepen en vliegtuigen en de ruimte die dit inneemt, is dat bij een digitale “haven” wat minder concreet. Al wandelend door de gangen van dit datacenter besef ik echter wel dat ook al is alles in de cloud en onzichtbaar: in deze gebouwen wordt het wél tastbaar in materiaal. In servers. Servers die zich bevinden in ruimtes die goed beveiligd en gekoeld moeten worden. 

 

Duurzaamheid & Energie
Die koeling wordt overigens vernuftig geregeld. Ook daar biedt de locatie in de polder Haarlemmermeer voordelen. Diep uit de grond wordt gebruik gemaakt van de koelte die via buizen getransporteerd worden naar de server ruimtes. Ook wordt gebruik gemaakt van de koele lucht in deze periode. Op het dak staan grote ventilatoren die de warme lucht naar buiten blazen. Deze wijze van koeling is zeer duurzaam en vooral efficiënt. 
Er gaat veel energie naar het draaiende houden van de servers, maar misschien nog wel een grotere uitdaging is het om zo efficiënt mogelijk om te gaan met het koel houden van de servers. Regelmatig worden de servers vervangen door de klanten van Interxion, getuigen de grote docks voor vrachtwagens aan de zijkant van het gebouw. Dit gebeurt niet alleen omdat de klanten zelf gebaat zijn bij up-to-date apparatuur, maar ook omdat Interxion daar vereisten aan stelt. Immers, hoe efficiënter de apparatuur hoe minder warmte vrijkomt en hoe minder er gekoeld hoeft te worden. Vanuit deze wetenschap is het dan ook bijna logisch dat de datacentersector, waar Interxion een onderdeel van is, koploper is op het gebied van duurzame innovatie en actief bijdragen levert aan de energietransitie en hiermee ook het Klimaatakkoord.

 

Naar de toekomst
Onderweg van Ams 8 naar het eerste datacenter van Interxion op Schiphol-Rijk wordt pas duidelijk hoe groot Interxion eigenlijk is. We hebben het over corona en de maatregelen. Van den Assem: “We hebben direct al het kantoorpersoneel naar huis gestuurd om thuis te werken. Voor henzelf en om het risico zo veel mogelijk te verkleinen voor onze engineers die wél aanwezig moeten zijn op locatie om een en ander draaiende te houden. Dat is intern operationeel. Wat we verder zien is dat bedrijven versneld een digitale ontwikkeling doormaken om hun data in “the cloud” te zetten en dan ons inschakelen. De vraag is dus toegenomen.”

Net als bij een fysieke haven trekt deze digitale mainport bedrijven aan. Hoe dichter bij de mainport, des te groter de connectiviteit. Bedrijven die van een snelle connectiviteit afhankelijk zijn of daar een groot voordeel bij hebben, willen zich hier in onze regio vestigen. Zeker in deze tijd waar de bedrijvigheid in relatie met onze fysieke luchthaven afneemt, is dit een belangrijke ontwikkeling voor onze toekomstige economie. 


Ook hier zie je dus de invloed van corona. Het heeft het besef voor de noodzaak van datacenters vergroot en digitale ontwikkelingen versneld. Dat geldt voor heel Nederland, maar een belangrijke kern om dit mogelijk te maken, bevindt zich bij ons: in Haarlemmermeer. Ik voel me trots dat wij dat mogelijk hebben gemaakt. Wij hebben ondersteund dat er in Haarlemmermeer voor gekozen is om dit te koesteren door vol in te zetten op samenwerking met de Metropool Regio Amsterdam, waardoor doorontwikkeling van onze digitale mainport veiliggesteld wordt.
Dat doen we in Haarlemmermeer dan ook nog eens op een, voor de wereld, unieke manier: 
Met ruimte voor gematigde groei mét grip op groen (van binnen en van buiten).